Wie o wie is het deze week?
-
4 juli 2005
Deze keer weinig plaatjes (ze lijken toch allemaal op elkaar), om aan te geven dat een mens ook een echte knapperd kan zijn door wat hij doet, niet zozeer door hoe hij eruitziet.
Geboren in 1971 in Texas, en daarmee een rasechte Amerikaan. Hij is opgevoed door zijn moeder; zijn vader heeft hij nooit gekend. Er gaan verschillende geruchten over zijn vader: hij zou op de maan gestaan hebben, hij zou in een jazzbandje gespeeld hebben. Maar niemand weet het zeker. De onzekerheid over en de afwezigheid van zijn vader, en het doorzettingsvermogen in moeilijke tijden van zijn moeder heeft zijn karakter ("Geef nooit op") voor een groot deel bepaald. Toen hij op school zat ontdekte hij dat hij goed kon fietsen. Al snel mocht hij meedoen met het Junior National Cycling Team. In zijn eindexamenjaar mocht hij mee op trainingskamp, maar zijn school vond dat geen goed idee. Geen probleem voor onze knapperd, hij verhuisde gewoon naar een andere stad, waar hij (en zijn moeder) wel gewaardeerd werden.
Dat was een goede keuze: hij kon nu lekker trainen, en zijn carrière begon ook te lopen: Amerikaans Amateurkampioen, 14e op de Olympische Spelen, wat losse etappes in verschillende koersen, etc. etc. In 1992 werd hij prof, en meteen het jaar daarna in Oslo wereldkampioen, bij de mannen! De koning van Noorwegen nodigde hem uit voor een feestelijk etentje, maar vergat daarbij de moeder van onze knapperd uit te nodigen. Oei... Gelukkig wist de koning zijn grove fout op tijd te herstellen, en het etentje werd toch nog een succes.
In de jaren daarna werd hij steeds beter; in 1995 won hij een Touretappe en in 1996 stond hij eerste op de wereldranglijst.
Dat kon natuurlijk niet goed gaan. Eind 1996 werd er teelbalkanker geconstateerd. Hij koos voor zware chemotherapie, omdat de standaard lichtere kuur als bijwerking een verminderde longfunctie kon hebben. En een wielrenner zonder goede longfunctie, dat kan natuurlijk niet, dat zou net zoiets zijn als Bassie zonder leuke grappen.
Het waren zware tijden. Hij werd ontslagen door zijn wielerploeg, omdat hij niks meer won. Twee jaar lang bracht hij door in ziekenhuizen, waarbij doktoren hem van top tot teen volstopten met medicijnen, waarna ze nauwkeurig bijhielden hoe zijn lichaam reageerde op de pillen. Ook na zijn chemokuur, tijdens zijn revalidatie, kreeg hij allerlei enge prikken met middeltjes waaronder EPO. Gelukkig had hij hele knappe dokters die er voor zorgden dat hij weer helemaal de oude werd.
Zijn doorzettingsvermogen en volharding hadden succes. Hij revalideerde met behulp van de dokters tot hij weer op topniveau was, zocht een nieuwe wielerploeg en begon weer wedstrijden te fietsen. Dat werd een groot succes. Na twee jaar medische onderzoeken wist hij precies hoe zijn lichaam op doping ik bedoel op medicatie ik bedoel op inspanning reageerde. Hij wist precies wat hij moest gebruiken ik bedoel wat hij moest doen om te herstellen na zware inspanning. Hij wist precies hoeveel vocht hij moest nemen om zijn bloed dun genoeg te houden, oftewel: hij kon het uiterste uit zijn lichaam halen. Resultaat: in het eerste jaar na zijn terugkeer won hij de Tour, en dat kunststukje herhaalde hij nog vijf keer. Daarmee verbeterde hij het record van Anquetil, Merckx, Hinault en Indurain, die de Tour ieder vijf keer hadden gewonnen. Onze knapperd was de allerbeste Tourfietser uit de geschiedenis. Hij is tegenwoordig de absolute baas in het peloton, en hij is zoals Mart Smeets tien keer per uitzending zegt, een "hele grote meneer".
Niet iedereen gunde hem dat succes. Er werd al snel gefluisterd dat hij doping gebruikte. Dat was tegen het zere been van onze sympathieke Texaan. Hij snoerde iedereen de mond met één krachtig argument: "Het kan toch niet zo zijn, dat iemand die twee jaar lang tegen de dood vecht, die ondanks alle tegenwerking van zijn school, de koning van Noorwegen en diverse wielerploegen, dat zo iemand, die nooit een echte vader heeft gehad, en een moeder die maar net kon rondkomen van dat kleine beetje bijstand dat ze in dit rijke land kreeg, dit rijke land waar een Texaan president is, waar The American Dream nog leeft en waar nog echte helden wonen, iemand die weet wat de gevolgen van zware medicatie zijn, dat medicijnen echt geen lolletje zijn, iemand, die jaren gevochten heeft met maar één doel voor ogen, namelijk koste wat het kost beter worden, iemand die weet dat je een goede dokter nodig hebt om beter te worden, iemand, die zelfs geld aan de internationale wielerfederatie geeft zodat ze een bepaald apparaat kunnen kopen waarmee je een bepaalde soort doping heeeeel goed kunt opsporen, dat iemand die zelf kanker heeft gehad, dat zo'n iemand zelf doping zou gebruiken?"
Dit is zo'n sterk argument dat jarenlang niemand er iets tegen in te brengen had. Sterker nog, onze knapperd hoefde op een gegeven moment helemaal niks meer te beargumenteren: hij kon volstaan met "Ik gebruik niet, er zijn mensen die mij geloven, ik geloof die mensen, dus ik gebruik niet". Een typisch voorbeeld van de grootsheid van onze knapperd.
Toch bleven sommige mensen volhouden, maar ook die werden op een schitterende, professionele en volwassen wijze die nogmaals de grootsheid van onze knapperd onderstreept terechtgewezen:
- Filippo Simeoni, een Italiaanse coureur. Hij verklapte dat hij jarenlang EPO heeft gekregen van dokter Ferrari, toevallig ook de privédokter van onze knapperd. Dit werd in eerste instantie subtiel opgelost door te zeggen dat Simeoni een leugenaar is. Vervolgens heeft onze knapperd druk uitgeoefend op de ploegleider van Simeoni, om hem niet mee te nemen naar de Tour van 2004. Toen dat niet lukte bedacht hij een andere volwassen manier om te onderstrepen dat onze knapperd de baas is en niet ene Simeoni: toen Simeoni in een etappe ontsnapte en kans maakte op een ritzege, ging onze knapperd er zelf achteraan! Dat zal hem leren! Overigens is die dokter Ferrari inmiddels veroordeeld tot een jaar cel vanwege verstrekken van doping aan renners, en heeft onze knapperd volgens eigen zeggen geen professionele contacten meer met de snelle dokter.
- In 2004 kwam een boek uit geschreven door David Walsh en Pierre Ballester, met daarin allerlei verhalen van mensen die met onze knapperd gewerkt hadden. Verhalen over pillen die vervoerd moesten worden, lege infuuszakken die weggegooid moesten worden, injectielittekens die weggeschminkt moesten worden, etc. De oplossing van onze knapperd: zeggen dat alles wat in het boek staat een leugen is, en een rechtszaak aanspannen tegen de uitgever.
- Mike Anderson, een echte vriend van de familie. Woonde jarenlang met of naast de knapperd en werkte voor hem als persoonlijk assistent en mechanicien. Maar toen hij per ongeluk steroïden vond in de badkamer werd hij met een soepele boog uit het leven van onze knapperd gesmeten, met een rechtszaak er achteraan.
- Corticoïde Steroïden. In 1999 werd hij betrapt op het gebruik van deze ontstekingsremmers. Gelukkig wist zijn dokter snel een briefje te schrijven waarop stond dat onze knapperd een zalfje tegen schrale billetjes gebruikte waar per ongeluk deze doping inzat. Hoewel het zalfje niet op de vaste lijst met de door onze knapperd gebruikte medicijnen stond, accepteerde de wielerbond deze verklaring.
Ook op een kritische vraag van een journalist, die vroeg waarom onze knapperd de enige was die in zijn stijl kon fietsen, antwoordde hij simpelweg "Omdat ik heel veel train en de rest niet".
Omdat hij eigenlijk alles aan zijn kanker te danken heeft, vond hij dat de wereld er meer over moest nadenken. Hij liet gele armbandjes maken, die je voor een klein bedrag kon kopen en waarmee je kan aangeven dat je ook tegen kanker bent. Zo'n goed idee vraagt natuurlijk navolging, en tegenwoordig kun je met allerlei kleurige armbandjes aangeven dat je voor of tegen wereldvrede, zinloos geweld, zinvol geweld, oorlog, Saddam, Bush, Smurfen, lieveheersbeestjes, live8, kikkers of tandartsen bent.
Eigenlijk kan maar één ding onze knapperd van een zevende Touroverwinning afhouden: uitglijden over of verdrinken in het geslijm van Mart Smeets. Alhoewel... de Tour is nog lang, Parijs is nog ver, er kan nog van alles gebeuren. Maar na zondag weten we meer.