Wie o wie is het deze week?
-
30 januari 2006
Geboren lang, heel lang geleden, in een land hier ver vandaan. Zijn vader was houthakker en daarom woonden ze in een bos. Hij had één zusje. Houthakkers waren in die tijd heel erg arm, de meeste mensen stookten gewoon op gas en hadden dus geen hout nodig. Het gezin waarin Onze Knapperd opgroeide was daarop geen uitzondering; zijn ouders waren heel erg arm.
Op een dag kwam het onvermijdelijke. Het geld was nu echt op, en de ouders moesten een moeilijke keuze maken. Ze keken hun hele boekhouding na, en kwamen tot deze conclusie: Onze Knapperd en zijn zusje kostten verreweg het meeste geld, dus die moesten er maar vandoor. De ouders bedachten stiekem een plan: ze zouden met z'n allen heel diep het bos in gaan, en dan hard wegrennen, zodat de kinderen zouden achterblijven. De kinderen zouden de weg terug nooit kunnen vinden, en het geldprobleem was opgelost.
Omdat Onze Knapperd altijd aan de slaapkamerdeur van zijn ouders stond te luisteren kwam hij dit snode plan te weten, en hij verzon een list. Toen ze de volgende dag het bos ingingen, strooide hij allemaal kiezensteentjes langs de route. Toen zijn ouders er stiekem vandoor gingen, konden hij en zijn zusje makkelijk de steentjes volgen, en ze zo kwamen ze zelfs nog eerder dan hun ouders thuis.
Die waren daar natuurlijk niet blij mee. De volgende dag probeerden ze het opnieuw, maar nu keken ze wél eerst even wat er nou precies in die grote jutezak zat die Onze Knapperd meezeulde. Betrapt! Onze knapperd kon geen steentjes strooien, en dus raakte hij samen met zijn zusje verdwaald in het bos.
Ze liepen en liepen en liepen, en kwamen uiteindelijk bij een huisje. Ze hadden al de hele dag niks gegeten, en het huisje leek wel van peperkoek gemaakt. Ze liepen er op af, en ongelofelijk! Het was peperkoek! Onze Knapperd begon meteen aan de luiken te knagen, en zijn zusje begon een stuk van de bijkeuken op te peuzelen, waarmee ze meteen een mooie zichtlijn creëerde van de keukentafel naar de waterput, waardoor het warme, door mensenhanden gemaakte binnen van de keuken in een spannende dialoog raakte met het frisse, natuurlijke buiten.
Opeens hoorden ze een stem: "Knibbel Knabbel Knuisje, wie knabbelt er aan mijn huisje?". Onze Knapperd schrok zich een hoedje, en zijn zusje schrok zich een kriek. Ze gingen voorzichting binnen kijken, waar een oude vrouw aan de keukentafel zat. Dat zag er zó onschuldig uit dat ze vergaten dat ze zo geschrokken waren, en ze gingen dus ook maar aan de keukentafel zitten. Daar kregen ze van de oude vrouw koekjes en thee. Onze knapperd vroeg nog voorzichtig of ze ook koffie had, maar helaas, zoveel lekkers had ze nou ook weer niet.
Toen ze de thee ophadden vielen ze, moe van de hele dag lopen, allebei in slaap. Toen ze wakker werden zat onze knapperd opgesloten in een kooi, en zijn zusje zat met een ketting vast aan de keukentafel. De lieve oude vrouw bleek een heks te zijn! Het zusje moest koken voor Onze Knapperd, elke dag wel acht maaltijden, zodat hij lekker dik en vet zou worden. En als hij eenmaal dik en vet zou zijn dan zou hij worden gebakken in de oven en een smakelijke maaltijd worden voor de heks.
Elke dag controleerde de heks of Onze Knapperd al wat dikker geworden was. Hij probeerde haar te slim af te zijn, en hij stak een stukje stro door de tralies heen. De heks was hiervan niet onder de indruk, ze herkende het verschil tussen stro en dikke jongensvingers, maar ze speelde het spelletje mee. Hierdoor hield onze knapperd nog een beetje hoop, precies wat de heks wilde. Niks zo vervelend als een kind dat de hele dag huilt omdat het geen toekomst meer ziet.
Toen Onze Knapperd dik genoeg geworden was moest zijn zusje de oven aansteken. Ze wist natuurlijk niet hoe dat moest, en de heks moest het voordoen. Toen de heks diep in de oven zat om de waakvlam aan te steken gaf het zusje de heks een flinke duw, en daarna deed ze snel de deur van de oven op slot. Gauw op standje 5 met hete lucht. Zo! Dat zal haar leren!
Ze bevrijdde haar broertje, en samen gingen ze op onderzoek in het huisje. Ze vonden van alles, waaronder een zak met goudstukken. Die namen ze mooi mee! Daarna gingen ze het bos weer in, op zoek naar het huis van hun ouders. Ze hadden geluk, ze liepen geheel per ongeluk in de goede richting. Na een hele tijd lopen zagen ze hun ouderlijk huis.
De ouders waren natuurlijk erg blij met de zak met goudstukken, en met het zusje, want die kon inmiddels goed overweg met het huishouden. Met Onze Knapperd waren ze wat minder blij: hij was immers gewend aan acht maaltijden per dag, en kon door zijn omvang ook eigenlijk niks anders meer doen dan eten.
De opzienbarende thuiskomst kwam natuurlijk bij Hart van Nederland op TV, en dat was ook meteen de redding voor Onze Knapperd. Een bekend pretpark in Kaatsheuvel had wel interesse in zijn capaciteiten als alleseter. Toen hij na enkele weken hard oefenen zijn tekst helemaal uit zijn hoofd kon opzeggen kon hij daar aan de slag, als Holle Bolle Gijs.