Wie o wie is het deze week?
-
21 februari 2006
Geboren in 1948 in Leiden. Als klein jongetje ging hij op gymnastieken, en dat was een goede keuze. Gymnastieken werd al snel turnen, en hij bleek talent te hebben. Op zijn 17e werd hij 2e bij het NK turnen!
Dat kon natuurlijk niet lang goedgaan. Hij kreeg een knieblessure, waardoor hij de actieve wedstrijdsport vaarwel moest zeggen. Dat leverde een groot probleem op: waar kon hij terecht voor een baan? Door zijn turnjeugd had hij weinig echt onderwijs genoten. Welke werkgever zou een ongeschoolde jongeman met rotte knieën, die het leuk vindt om in strakke pakjes aan een rekstok te zwaaien, een baan willen aanbieden?
Hij zocht en hij vond het antwoord. Hij liet snel zijn snor staan, en solliciteerde. En met succes! Hij werd aangenomen, en omdat hij vanuit zijn turnverleden gewend was aan orde en tucht maakte hij een bliksemcarriëre bij zijn nieuwe werkgever. Binnen de kortste keren was hij Luitenant-kolonel der Artillerie!
Hij vergat zijn turnverleden echter niet. Hij bleef trainen en coachen, en schopte het zelfs tot bondscoach van de damesturnploeg. Omdat hij als bondscoach regelmatig op TV kwam, werd hij een beetje een bekende Nederlander. In de interviews die hij in die tijd gaf gaf hij blijk van een grote kennis en een nog grotere spreekvaardigheid. Toen hij stopte als bondscoach was het dan ook geen verrassing dat hij voortaan bij de NOS commentaar mocht geven bij het turnen.
Bij defensie liep zijn carriëre ook op rolletjes. Hij wist het te schoppen tot Coördinator Defensie Topsort Selectie, een functie waarin hij verantwoordelijk is voor het optimaal functioneren van de topsportselectie. Jawel, het Nederlandse leger is niet alleen maar een militaire organisatie waarin je leert hoe je moet marcheren, het heeft ook een topsportselectie, waarmee het (citaat) zijn imago als sportieve organisatie wil onderstrepen.
Als commentator is hij geniaal, en al snel mocht hij ook bij andere discutabele jurysporten commentaar geven, zoals bij kunstrijden, ritmische gymnastiek en ski-acrobatiek. Zijn grote kennis over jurysporten is ook internationaal bekend: hij werd ingeroepen om advies te geven over de jurering van de moeder aller sporten, de paardendressuur. De gouden medailles van Bonfire en Calimero zijn dus ook een klein beetje de prestatie van onze knapperd.
Als presentator maakt hij natuurlijk wel eens foutjes. Het verschil tussen een springtafel en een Pegasus is niet zo groot, en zeker van een afstand moeilijk te zien. Ook bij een drievoudige schroef raak je wel eens de tel kwijt, en een zin als "De eerste française in de turngeschiedenis van Frankrijk" is natuurlijk een slip of the tongue die alleen door een groot enthousiasme voor de sport te verklaren is. Maar hij maakt niet alleen foutjes, in zijn hoedanigheid als de beste jurysportpresentator van Nederland heeft hij de Nederlandse taal verrijkt met juweeltjes als "De ideale 10", "Voorwaartse amplitude", "Wat een gratie" en "Kijk haar eens lachen, ze heeft er echt plezier in".